opdrachten les 2

De antwoorden levert de leerling in bij de docent per email. 

Opdrachten:

  1. 1.       Leg uit hoe je je professioneel gedraagt in een kapsalon. Vul in eens of oneens:

 

stelling

                          Eens of oneens

 

  • Je ziet er verzorgd uit

 

 

  • Je handen zijn vies

 

 

  • Je roddelt in het openbaar

 

 

  • Je praat netjes

 

 

  • Je praat heel hard

 

 

  • Je kleding is vrij bloot

 

 

  • Je vraagt regelmatig aan de klant of het goed gaat

 

 

  • Je wast regelmatig je handen
  • Je kijkt vriendelijk

 

 

  • Je gaat voorzichtig met het haar en de klant om

 

 

  • Je hebt je best gedaan maar de vlecht die je hebt gemaakt zit slordig. Je laat de klant zo de kapsalon vertrekken

 

  • Je praat met je collega’s over het vette feest van afgelopen zaterdag waarbij jij en je vriendinnen zich zo hebben misdragen

 

 

 

  1. Je hebt een klant met lang haar en zij wil graag een vissengraat. Het kost je best veel tijd om die netjes in te zetten. Waarover kun je met je klant praten op een professionele manier? Geef minstens 3 onderwerpen

 

  1. 3.       Zoek op op internet
    1. a.       Waarom dragen Joden een baard?
    2. b.      Wat zijn dreadslocks
    3. c.       Wat is opscheer
    4. d.      Hoe kam je een afrokapsel

 

  1. 4.       Kijk zonder te storen of er nog een medeleerling die ook bezig is met de zelfstandige opdrachten. Met deze leerling ga je een gesprekje oefenen. Is er geen medeleerling dan schrijf je het gesprekje op.

Een klant in de kapsalon wil graag haar lange haar mooi gevlochten hebben. Jij vraagt wat ze graag zou willen en wat jij denkt dat mooi zal zijn en of dat mogelijk is bij de klant.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb