ARBEIDSVAARDIGHEDEN: haarverzorging

Cognitieve kenmerken       

(2 )

Werkplanning

1a

Ik maak een werkplanning.

b

Ik hou gemakkelijk het overzicht

c

Ik werk graag met voorgeschreven taken

d

Ik geef graag zelf invulling aan mijn taken

(4)

Oplettendheid

a

Ik ben gericht op mijn eigen werk

b

Ik let niet op wat er om mij heen gebeurt

c

Ik ben op veiligheid gericht tijdens mijn werk

d

Ik herken signalen die belangrijk zijn in mijn werk

Sociale kenmerken

(26)

Teamwork

a

Ik vraag aan mijn collega wat hij/zij wil doen.

b

Ik vertel aan mijn collega wat ik wil doen.

c

Ik maak samen met mijn collega een taakverdeling.

d

Ik help mijn collega.

e

Ik aanvaard hulp van mijn collega.

f

Ik toon respect voor mijn collega.

g

Ik vraag aan mijn collega wat hij/zij wil doen.

Kenmerken voor de manier van werkuitvoering

(5)

Uithoudingsvermogen

a

Ik voer, ook met tegenzin, taken en opdrachten uit.

b

Ik onderbreek mijn werk vaker dan nodig is

c

Ik moet regelmatig aangespoord worden

d

Ik kan langere tijd met het zelfde werk bezig zijn

(23)

Zelfstandigheid

a

Ik vraag om hulp.

b

Ik vraag tijdig om hulp

c

Ik bedenk zelf goede oplossingen.

d

Ik kan zelf beslissingen nemen

e

Ik heb veel begeleiding nodig

(24)

Zorgvuldigheid

a

Ik ben een “Pietje Precies” in mijn werk

b

Ik kan beter werken waarbij het er niet zo op aan komt

c

Mijn werk moet achteraf vaak gecontroleerd worden

d

Mijn werk is altijd “tiptop” in orde

Psychomotorische kenmerken

(1)

Energetische inzet

a

Ik ben altijd vol energie aan het werk

b

Ik kan mezelf goed motiveren

c

Ik moet aangespoord worden

(7)

Fijne motoriek

a

Ik kan werk doen wat behendigheid vereist

b

Ik heb een voorkeur voor fijne werkzaamheden

c

Ik heb een voorkeur voor grove werkzaamheden

d

Ik heb voldoende kracht in handen en vingers

(20)

Contactvaardigheid

a

Ik kan in gesprek gaan met een klant

b

Ik kan een zakelijk onderhoudend gesprek voeren

c

Ik ben klantvriendelijk en behulpzaam

d

Mijn gezicht ziet er vriendelijk uit

Schoolse kenmerken

NVT

HYGIЁNE

Persoonlijke hygiëne

1.

Ik poets mijn tanden goed.

2.

Ik douche me.

3.

Ik scheer me.

4.

Ik ruik fris.

5.

Ik gebruik deodorant.

Uiterlijke verzorging

1.

Ik verzorg dagelijks mijn kapsel.

2.

Ik zorg dat mijn nagels schoon zijn.

3.

Ik draag schone kleding.

Persoonlijke verzorging

1.

Ik slaap voldoende.

2.

Ik heb een normaal eetpatroon.

3.

Ik draag bedekte kleding.

Verzorging werkplek

1.

Ik ruim mijn werkplek op.

2.

Ik ga goed om met werkmaterialen.

VEILIGHEID

Werkkleding

a

Ik draag de juiste werkkleding.

b

Ik zorg voor geschikte werkschoenen.

Beschermingsmiddelen

a

Ik maak gebruik van voorgeschreven beschermingsmiddelen.

b

Ik weet waar deze beschermingsmiddelen voor dienen.

Ik kan deze lijst op verschillende manieren invullen. Ik overleg met mijn mentor op welke manier ik de scoringslijst ga invullen en welke vaardigheden voor mij belangrijk zijn.

Ik kan scoren met deze tekens.  

--       = lukt nog nooit

-        = lukt heel af en toe, bijna nooit

+/-     = lukt soms of wisselt

+       = lukt vaak

++     = lukt altijd

Ik kies ervoor om met kleur te werken en daarmee de vakjes in te kleuren.

Groen = lukt altijd

Oranje = lukt soms of wisselt

Rood   = lukt nooit